Bijbels gedicht

Biblical times

Waarom schuilt gij zwijgend in het loofhout aan de donkere oevers van uw onbehagen…?

Is bij u niet alles ijdelheid, ook uw druiperige lafheid in de zilten gronden van uw woonstee…?

Wee gij die meent straffeloos zijn naaste te mogen uitsluiten, te misleiden, verraden en te bedriegen…

Zijt ge dan tóch reeds geketend in handen en macht van het verachtelijke beest…?

Zelfs bereid uw moeder, vader, zus of broeder te vermoorden en verraden met uw spot en stille kilheid van geest…?

Heult gij noch immer met het kwaad zelve en verheugt gij u om uw broeders’ diepe wonden…?

Veracht gij nog steeds de mens die u belangeloos van dienst was in uw jonge jaren…?

Schaart gij uzelve nog steeds krijsend in de donkerheid der nachtelijke uren bij het addergebroed der demonische wezens…?

Is uw broeders’ broeder dan inderdaad niet en nooit en nimmer welkome bij uw wijnfeesten en gelagen van onverdeelde vreugden…?

Weet gij dan niet dat hij die terugkomend was van Troje de enige was die de boog ten uiterste kon spannen? Het verraderlijke feestgedruis deed verstommen…?

Ontrukt uzelve en treedt koen naar voren om uw wandaden berouwvol te verantwoorden.

Opdat ik uw ogen kan waarnemen, in uw hart uw ziel zien, totdat uw tranen opwellen….

Gij armzalige van geest, gij gevoelloos werktuig van demonen, weet u bespied….

Niets ontgaat de Almachtige Heerser van het heelal….

Gedicht van 
Jan-Willem van Zuiden-Polifka©

Holland – 10 augustus 2017

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.